Vertelling
Weet je nog hoeveel moeite het kostte om het volk van Israël te
bevrijden uit de handen van de Egyptenaren? Maar liefst tien plagen
kwamen er over Egypte voordat de farao ze eindelijk liet gaan. Nu wordt
het weer spannend. Ze worden bijna weer ingehaald door Egyptische
soldaten als ze bij de zee komen. God heeft de zee laten splijten,
zodat er een weg door ontstond. Komen ze nu eindelijk in het beloofde
land?
(Ex. 14) Het volk van Israël zag verbaasd hoe de zee als muren langs
de droge weg stond. De mensen trokken achter Mozes aan door de zee.
Toen de Egyptenaren bij de zee aankwamen en zagen dat Mozes met zijn
volk door de zee was weggetrokken, spoorden ze hun paarden aan en
joegen hen achterna over het droge pad door de zee. Maar hun wielen
zakten weg in de modder en ze schoten niet erg op. Tegen de ochtend zei
God tegen Mozes: steek je hand uit over de zee, dan laat ik het water
terugstromen over de Egyptenaren. Mozes deed het en de zee spoelde
terug over de Egyptische ruiters en strijdwagens, en alle Egyptenaren
verdronken in de golven. Intussen trokken de Israëlieten gewoon verder
met links en rechts van hun de zee als een muur oprijzend. Toen zagen
de mensen hoe machtig God was.
(Ex. 15) Eindelijk kwamen de Joden aan het andere eind van de zee.
Daar was de woestijn. Verder ging het, moeizaam stappend door het zand.
Drie dagen later hadden ze nog steeds geen water gevonden, en de kregen
dorst. Eindelijk zagen ze een bron. Maar helaas, het water was te vies
om te drinken. Ze vroegen Mozes: wat nu, we sterven van de dorst! En
God zei tegen Mozes: gooi een stuk hout in het water. Mozes deed het,
en de vieze smaak verdween: eindelijk drinken!
(Ex. 16) Al anderhalve maand trokken ze door de woestijn, en het
eind was nog niet in zicht. De mensen mopperden en dachten terug aan
Egypte. Het was daar misschien niet best, maar honger hadden ze er
nooit. In hun gedachten leek het steeds fijner om in Egypte te zijn.
Mozes vertelde het aan God en die zei: vanavond krijgen jullie vlees,
en morgenochtend brood. Echt waar! En warempel! 's Avonds kwam er een
grote zwerm kwakkels die neerstreek rond hun tenten. De mensen konden
ze gemakkelijk vangen en smulden ervan.
De volgende ochtend lag er over de woestijngrond een dun laagje
schilferig spul. Ze kenden het niet. Maar Mozes zei tegen hun: dit is
het brood dat God jullie geeft, eet er maar lekker van. De mensen
noemden het manna, het smaakte zoet als honing en er was genoeg voor
iedereen. Elk dag viel er manna, tot aan de laatste dag dat ze in de
woestijn waren.
Vele dagen trokken ze weer verder, en opnieuw kwam er gebrek aan
water en begonnen de mensen te klagen. God zei tegen Mozes: sla met je
staf op een bergrots, dan komt er water. En dat gebeurde inderdaad.
Mozes zei tegen de mensen: en, is God bij ons, of niet soms?
Omdat God overdag als een rookwolk voor hun uit trok en 's nachts
als een zuil, een toren van vuur, konden ze steeds de weg vinden.
Opeens was het gedaan met de rust. De Israëlieten werden aangevallen
door Amalek met zijn soldaten. En Mozes zei tegen Jozua: jij moet de
mensen aanvoeren en tegen Amalek vechten. Ik ga op de berg staan met de
staf van God in de hand. En zolang Mozes de staf omhoog hield, wonnen
de Israëlieten, maar als hij moe was en zijn arm liet zakken, dan
wonnen de soldaten van Amalek weer. En Aäron legde een steen neer,
zodat Mozes kon zitten, en hij ondersteunde Mozes' hand, samen met Hur.
Net zolang totdat Amelek verslagen was.
Activiteit
Bedoeling
Deze pagina is onderdeel van het project Op weg naar het
beloofde land. Dit project is geschikt voor de Veertigdagentijd,
maar kan ook als zelfstandig project worden gebruikt.
Voorbereiding
Gebruik de materialen van de beschrijving van het
Vastenproject Op weg naar het beloofde land.
- Maak voor ieder kind een afdruk van het eerste verkleinde
bordspeldeel (met de nummers 25 t/m 32)
- Maak voor ieder kind een afdruk van de ongenummerde pagina
- Zorg voor afdrukjes van de pagina's met de nummers 25 t/m 32
Uitvoering
Vertel het verhaal. Gebruik de bovenstaande tekst of lees voor uit
een van de kinderbijbels.
Deel de pagina's 25 t/m 32 uit aan de kinderen en laat ze het
tafereel tekenen dat erbij geschreven staat. Als er meer kinderen dan
vakken zijn (of als meer kinderen hetzelfde tafereel willen afbeelden)
krijgen deze "extra" kinderen een ongenummerd vak waarop de het
tafereel van hun keuze kunnen tekenen. Onderaan dit vak kan de maker
een opdracht aankruisen die moet worden uitgevoerd door de speler die
op dit plaatje komt.
Als de tekeningen klaar zijn, plakken we ze (inclusief de erbij
gedrukte verhaaltekst) aan elkaar op volgorde. Dit hoeft niet in een
rechte lijn, maar een slingerpad is misschien nog leuker.
De extra tekeningen worden geplakt naast de
overeenkomstige genummerde vakken, dus zonder dat ze de
nummervolgorde doorbreken.
Geef elk kind een verkleind bordspeldeel mee om thuis te tekenen en
kleuren en aan de vorige delen vast te plakken.
Ervaringen
Gebruikers melden de volgende ervaringen:
|